Voor een goed bezette zaal met een gemengd publiek hield Ton Mans inleiding over de
nieuwe start van TOPOS.
Discussieleider Paul Versteeghen introduceerde 3 sprekers: Pascal Wauben, adjunct
sectorhoofd Ruimte bij de Provincie Limburg, Jake Wiersma, voormalig senior
stedenbouwkundige Maastricht en betrokken bij de totstandkoming van Panorama Zuid-
Limburg en Robert Broesi, hoofd van de vestiging Bonn van bureau MUST.
Robert Broesi gaf een reflectie over Duitse en Nederlandse planningtradities. In Duitsland is
de planning traditioneel sterk juridisch getint en past niet meer bij de actuele problematiek.
In Nederland is er, na een terugval, weer een voorzichtige heropleving van het ruimtelijk
ontwerp.
Pascal Wauben geeft de aftrap. Panorama ZL is een eerste poging om op regionaal niveau
onderzoek en ontwerp samen te laten gaan. Dat is nodig , want de ruimtelijke opgaven zijn
complexer dan ooit. Panorama is een verkenning van de opgaven en geeft ruimte voor
discussie en input voor Rijksbeleid.
Jake Wiersma licht de nieuwe opgaven toe: Water- en bodemproblematiek, circulaire
economie, de energietransitie. Deze brengen onbekende ruimtevragen met zich mee. De
waterproblematiek wordt wellicht nog versterkt door de verwachte grondwaterstijging in
Duitsland. Panorama schetst drie toekomstperspectieven voor 2050. Deze zijn bedoeld om
het speelveld te verkennen. In de eerste plaats: De Belevingsregio, een perspectief van een
ontspannen tussenregio, in de luwte van de grote metropolen. Daarnaast Europolis, een
bruisend dynamisch perspectief als internationale kennisregio, en tenslotte Lokale Ketens,
waarbij krimp van de bevolking kansen biedt voor een lokale economiën binnen een post-
groei model.
In de zaal ontspint zich een discussie.
1) Het Europolis-perspectief lijkt aantrekkelijk, maar daarvoor is samenwerking met
Aken en Luik nodig. En daarin is in de afgelopen 30 jaar weinig gebeurd. Aken lijkt
wat betreft economie en cultuur een aantrekkelijke partner, maar zijn er contacten?
Vanuit de RWTH Aachen heeft ook een studie plaatsgevonden over de
grensoverschrijdende regio Stadtregion Aachen-Zuid-Limburg. En er is ook
samenwerking tussen de universiteiten te zijn. Er wordt ingebracht dat
cultuurverschillen voor de volgende generatie geen probleem meer zal zijn. Daarbij
speelt trouwens Engels als voertaal een belangrijke rol. Belangrijk is dat er voor een
samenhangende regio verschillen tussen de polen moeten zijn.
2) Het Belevingregio perspectief maakt gebruik van de huidige toeristische
aantrekkingskracht. Maar dat kan ook leiden tot teveel drukte en zal in goede banen
geleid moeten worden
3) Lokale ketens: Als iedere gemeente lokaal alles gaat oplossen krijg je verrommeling
Inbreng van Robert Broesi: Circulaire economie is noodzakelijk, ook om ons minder
afhankelijk te maken van BRIC- landen. Maar ze heeft wellicht ook onprettige kanten: Grote
terreinen voor opslag en omvorming van materialen. We weten daar nog niet veel van. Zijn
bossen de oplossing voor de productie van bouwmaterialen? Zou je daarmee ook een
verbinding tussen Eifel en Kempen tot stand kunnen brengen?
Maar je zou ook kunnen inzetten op Chemelot als kenniscentrum en de bedrijfsterreinen
elders te situeren bv. over de grens, in Genk en Luik. Kortom: We moeten niet te klein kijken.
Hiermee sluit de discussieleider de avond af.
Comments