top of page
  • TOPOS Zuid-Limburg

Verslag TOPOS avond 11/3 ´Panorama Zuid-Limburg´




Voor een goed bezette zaal met een gemengd publiek hield Ton Mans inleiding over de

nieuwe start van TOPOS.


Discussieleider Paul Versteeghen introduceerde 3 sprekers: Pascal Wauben, adjunct

sectorhoofd Ruimte bij de Provincie Limburg, Jake Wiersma, voormalig senior

stedenbouwkundige Maastricht en betrokken bij de totstandkoming van Panorama Zuid-

Limburg en Robert Broesi, hoofd van de vestiging Bonn van bureau MUST.

Robert Broesi gaf een reflectie over Duitse en Nederlandse planningtradities. In Duitsland is

de planning traditioneel sterk juridisch getint en past niet meer bij de actuele problematiek.

In Nederland is er, na een terugval, weer een voorzichtige heropleving van het ruimtelijk

ontwerp.


Pascal Wauben geeft de aftrap. Panorama ZL is een eerste poging om op regionaal niveau

onderzoek en ontwerp samen te laten gaan. Dat is nodig , want de ruimtelijke opgaven zijn

complexer dan ooit. Panorama is een verkenning van de opgaven en geeft ruimte voor

discussie en input voor Rijksbeleid.


Jake Wiersma licht de nieuwe opgaven toe: Water- en bodemproblematiek, circulaire

economie, de energietransitie. Deze brengen onbekende ruimtevragen met zich mee. De

waterproblematiek wordt wellicht nog versterkt door de verwachte grondwaterstijging in

Duitsland. Panorama schetst drie toekomstperspectieven voor 2050. Deze zijn bedoeld om

het speelveld te verkennen. In de eerste plaats: De Belevingsregio, een perspectief van een

ontspannen tussenregio, in de luwte van de grote metropolen. Daarnaast Europolis, een

bruisend dynamisch perspectief als internationale kennisregio, en tenslotte Lokale Ketens,

waarbij krimp van de bevolking kansen biedt voor een lokale economiën binnen een post-

groei model.


In de zaal ontspint zich een discussie.


1) Het Europolis-perspectief lijkt aantrekkelijk, maar daarvoor is samenwerking met

Aken en Luik nodig. En daarin is in de afgelopen 30 jaar weinig gebeurd. Aken lijkt

wat betreft economie en cultuur een aantrekkelijke partner, maar zijn er contacten?

Vanuit de RWTH Aachen heeft ook een studie plaatsgevonden over de

grensoverschrijdende regio Stadtregion Aachen-Zuid-Limburg. En er is ook

samenwerking tussen de universiteiten te zijn. Er wordt ingebracht dat

cultuurverschillen voor de volgende generatie geen probleem meer zal zijn. Daarbij

speelt trouwens Engels als voertaal een belangrijke rol. Belangrijk is dat er voor een

samenhangende regio verschillen tussen de polen moeten zijn.


2) Het Belevingregio perspectief maakt gebruik van de huidige toeristische

aantrekkingskracht. Maar dat kan ook leiden tot teveel drukte en zal in goede banen

geleid moeten worden


3) Lokale ketens: Als iedere gemeente lokaal alles gaat oplossen krijg je verrommeling

Inbreng van Robert Broesi: Circulaire economie is noodzakelijk, ook om ons minder

afhankelijk te maken van BRIC- landen. Maar ze heeft wellicht ook onprettige kanten: Grote

terreinen voor opslag en omvorming van materialen. We weten daar nog niet veel van. Zijn

bossen de oplossing voor de productie van bouwmaterialen? Zou je daarmee ook een

verbinding tussen Eifel en Kempen tot stand kunnen brengen?

Maar je zou ook kunnen inzetten op Chemelot als kenniscentrum en de bedrijfsterreinen

elders te situeren bv. over de grens, in Genk en Luik. Kortom: We moeten niet te klein kijken.

Hiermee sluit de discussieleider de avond af.

34 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page